Petten en de politiek

Hoeden hebben altijd al deel uitgemaakt van de politiek, net zoals de politiek deel heeft uitgemaakt van de populariteit van hoeden en petten . Er zijn in Groot-Brittannië talloze premiers die de afgelopen eeuw op de cover van de National Post petten hebben gedragen en veel politieke leiders dragen ze ook nog eens thuis, en zelfs in het Witte Huis. In zijn eerste toespraak als president zei Ronald Reagan: “Het presidentschap heeft, zoals veel leiderschapsposities, zijn vijanden en hebbers, van zowel hoeden als petten.” Tijdens de recente verkiezingen in Groot-Brittannië kreeg de leider van de Conservatieven, David Cameron, kritiek omdat hij zijn vrouwen pet droeg op het balkon van de ambtswoning van de premier. (De uitdrukking “de hoed is niet altijd goed” is in deze tijd ontstaan).

Campagnes en leiderschap met petten

Campagnes gaan evenzeer over het dragen van hoeden als over het ontbreken van vrouwen pet, maar nu hoeven politieke leiders geen goedkeuring van een echtgenote te vragen. Mitt Romney leek de verkiezingen te verliezen omdat hij zijn hoed niet op had. Campagnes zijn ook veranderd omdat vrouwen nu in veel grotere getale gaan stemmen dan ooit tevoren. De deelname van vrouwen wordt gezien als een sterke troef. Er is veel geschreven over het belang om te laten zien dat politici ook vrouwelijk zijn, ook al lijken de voor de hand liggende uitzonderingen zoals president Obama en de Republikeinse vice-presidentskandidaat Paul Ryan daar niet in te geloven.

Hoeden en de Amerikaanse politiek

De campagne van de vrouwelijke Democratische kandidaat Hillary Clinton toonde het gebruik van hoeden als onderdeel van de strategie. Maar ondanks haar juiste keuze voor de juiste hoed won zij de campagne niet. Hierdoor wordt Amerika vaak als archaïsch beschouwd, en niet een echte eerlijke plek voor een juiste campagne. Wel is het advies in Amerika zeer duidelijk, ook voor Europeanen. Het wordt namelijk ten zeerste aangeraden om overdag hoeden te dragen. Dit leidt tot mooie scenario’s in de ovale kamer in het Witte Huis.